Vliegen

Vliegen komen zeer algemeen voor in Nederland en in het bijzonder in agrarische gebieden. Er zijn vele soorten vliegen waarvan een groot aantal zich in de omgeving van de mens ophouden. Ze zijn ongewenst in de leef- en werkomgeving, omdat ze de voedsel bevuilen en ziektekiemen kunnen overbrengen. Ook wordt de aanwezigheid van vliegen als zeer hinderlijk ervaren.

De meest voorkomende vliegen in de omgeving zijn de kamervliegen.

Vliegensoorten die in gebouwen overwinteren zijn de klustervlieg, de grasvlieg en de herfstvlieg. Andere soorten die overlast kunnen veroorzaken zijn de vleesvlieg, de latrinevlieg en de grasvlieg.

Uiterlijk

vliegVliegen zijn ongeveer 7-8 mm lang met een grijsgekleurd borststuk en de achterkant is geelachtig. De pop (tonnetje) is bruin en de made witblauw en circa tien millimeter lang. Ontwikkelingsduur van de vlieg is één tot drie weken afhankelijk van temperatuur. Vrouwtjes leven ongeveer drie maanden, mannetjes sterven na de paring.

Leefwijze

Vliegen zijn altijd op zoek naar aantrekkelijk voedsel en komen ‘s avonds op licht af. De vrouwtjes zetten hun eitjes af in rottend organisch materiaal. Ze zetten per keer 100 eitjes af tot een totaal van 2500. Het zal dus duidelijk zijn dat een vliegenplaag heel snel kan ontstaan. Bij slecht weer komen vliegen ook gauw en graag binnen om beschutting te zoeken.

Wering

Horren plaatsen, de deuren gesloten houden plus een goede hygiëne in en rondom gebouwen vermindert de kans op vliegen. Afval afgedekt bewaren en regelmatig en snel afvoeren. Ook de ontwikkelingsbronnen van de vlieg opsporen en zo nodig saneren of behandelen.

Mocht dit alles niet helpen dan kan het plaatsen van een aantal vliegenvangers een optie zijn. Hiervoor kunt u contact met een ongediertebestrijder opnemen zodat ze u een geheel vrijblijvend advies kunnen geven welke vliegenlamp in uw situatie het beste is.

Vleesvliegen

Vleesvliegen worden ook wel brom- of aasvliegen genoemd. Ze zijn over het algemeen groter dan kamervliegen; 1 tot 1,5 cm. Een vleesvlieg kan de geur van vlees vis of een kadaver op kilometers afstand waarnemen. In Nederland komen ongeveer 80 soorten voor. Binnenshuis komen hoofdzakelijk de blauwe en iets kleinere groene vleesvlieg voor.

Leefwijze en ontwikkeling

Vleesvliegen leggen hun eitjes bij voorkeur op dode dieren, maar ook wel op uitwerpselen en vlees. Na slechts 1 dag komen de larven (maden) uit, deze zijn lichtschuw en kruipen weg naar donkere plaatsen zoals onder tapijten, kieren, plinten enzovoort. Na 6 tot 12 dagen zijn ze volgroeid en gaan ze zich verpoppen. Na een dag of 10 komen de volwassen vleesvliegen tevoorschijn.

Schade

Vleesvliegen dragen veel virussen en bacteriën bij zich en zijn daarom ongewenst in de leef – en woonomgeving. Daarnaast bevuilen ze het voedsel met eitjes en hun uitwerpselen.

Nut

In de natuur fungeren ze als afvalopruimers en dienen ze als voedsel voor andere dieren.

Wering

Goede hygiëne
Afval tijdig afvoeren en afgedekt bewaren

Bestrijding
Een ongediertebestrijder kunnen de plaatsen waar zij zich ophouden behandelen met een bestrijdingsmiddel en vliegenvangers ophangen.

Herfstvlieg
De herfstvlieg en vooral de vrouwtjes, lijken sterk op kamervlieg. De mannetjes hebben een geel achterlijf met een streep in het midden. De vrouwtjes zijn 6 à 7 mm lang en de mannetjes zijn iets kleiner.

Ontwikkeling
Ze leggen hun eitjes in dierlijke mest en de larve ontwikkelen zich in de omgeving hiervan. De gehele ontwikkelingscyclus duurt nog geen drie weken dus komen er meerdere generaties voor in een jaar.

Leefwijze

Herfstvliegen vallen vooral paarden en runderen lastig en zwermen vooral rondom hun ogen. Ze kunnen goed vliegen maar blijven vaak in de buurt van hun geboorteplaats en ze overwinteren bij voorkeur hoog in gebouwen op zolders in spouwmuren en overkappingen. Ze komen vaak meerdere jaren terug op de zelfde plek om te overwinteren en dit doen ze als het buiten kouder wordt. Overwinteringsgedrag van herfstvlieg is gelijk aan clustervlieg en ze komen dan ook wel samen voor in één gebouw

Schade en hinder

Ze veroorzaken geen schade maar zijn door de grote aantallen wel bijzonder hinderlijk in gebouwen.

Bestrijding

Om een goede bestrijding uit te kunnen voeren moeten ze alle ruimten waar ze zich in kunnen verschuilen en ophouden behandelen met een spuitpoeder.